Ik hoor mensen om mij heen, die al langer in het onderwijs werken, het regelmatig zeggen: het gedrag van leerlingen/studenten is écht anders dan een paar jaar geleden.
Waar het hem precies in zit weten zij (en ik) ook niet precies. Op zich is het best normaal dat gedrag iedere generatie verandert of anders is. Ik zie het aan mijn broer en mij. Hij is zes jaar jonger dan ik ben en ik leerde op de uni, tijdens mij studie orthopedagogiek, dat zes jaar in de pedagogiek staat voor een generatie. Ik moet zeggen dat ik dat wel merk. Hij heeft deels dezelfde, maar ook heel andere jeugdherinneringen. En ook als hij het over zijn schooltijd heeft (hij zat op dezelfde middelbare school als waar ik naartoe ging) dan zijn de dingen die hij deed en meemaakte in en buiten de klas echt wel anders. En toch ook wel een beetje hetzelfde.
Mijn eigen zoon (puber en in de bovenbouw van de middelbare school) geeft aan dat de leerlingen in de eerste en tweede klas echt ‘niet normaal’ brutaal zijn en dat hij zichzelf niet herkent in dat gedrag. Hij ziet brugklassers dingen doen of zeggen tegen de volwassenen in de school en de bovenbouwers waar hij absoluut niet over durfde na te denken. En dan hebben we het over zo’n vier jaar geleden!
Oorzaak
Ik herken het ook. Ik werk in de onderbouw van de middelbare school en ook ik zie het: het gedrag is écht anders dan een jaar of vijf geleden. En ik heb zelfs het gevoel dat dit verschil extreem groot is ten opzichte van hoe dat ‘vroeger’ veranderde.
De vraag die dan als eerste opborrelt is: hoe komt dat? Het is een vraag die veel mensen bezig houdt. Wat is de oorzaak van deze, ogenschijnlijk, grote verandering in gedrag in (relatief) korte tijd. Er wordt onderzoek naar gedaan en er wordt over gesproken. Als ik mijn LinkedIn open, waar ik flink veel onderwijsprofessionals in mijn netwerk heb, zie je het onderwerp regelmatig terugkomen. En iedereen, gespecialiseerd of niet, heeft hier zo zijn gedachten over.
Zelf vraag ik me ook af wat de oorzaak is, maar tegelijkertijd moet ik er ook NU mee dealen. En hoewel de oorzaak misschien kan helpen bij het vinden van een goede manier om ermee om te gaan, heb ik daar nu nog niet zoveel aan.
Mijn geluk: ik ben pedagoog
En dat is echt een groot voordeel. Voordat ik het onderwijs als zij-instromer inging studeerde ik orthopedagogie en werkte ik in de jeugd- en gehandicaptenzorg. Ik werkte op afdelingen met complex gedrag. De messen moesten achter slot en grendel en je moest leren om niet met je rug naar de bewoners te gaan staan. Ik heb dus zowel een sterke theoretische basis als ook in de praktijk veel ervaring opgedaan.
In vergelijking met deze ervaring is het gedrag dat ik in mijn klassen en op school zie dus weer niet zo heftig. Maar… dat is dus ook mijn gelukje: ik ben opgeleid om het te signaleren en vervolgens op correcte wijze naar te handelen.
Iets wat, in mijn ogen, ontbreekt in de lerarenopleiding. Natuurlijk is er oog voor pedagogiek, maar niet voldoende om met het steeds complexer wordende gedrag (van de steeds groter wordende groepen) om te gaan.
Is gedrag een dealbreaker?
Voor veel startende leraren is dit steeds meer het geval. Ze schrikken van wat ze tegenkomen bij relatief jonge leerlingen. Zeker wanneer startende leraren voor de klas worden gezet, zonder dat ze hun bevoegdheid hebben gehaald. De opleiding is dan nog niet afgerond en de pedagogische kennis daarmee nog niet behandeld. Kennis die, zeker nu en in dit geval, van grote waarde is. Er zijn veel startende leraren die hier zo van schrikken dat ze het onderwijs weer verlaten. Zonde! Ik ben er namelijk van overtuigd dat we kunnen leren omgaan met dit gedrag. Er zijn ontzettend veel professionals die ons (leraren) met veel enthousiasme leren het gedrag te begrijpen en die ons handvatten kunnen geven om hier op een positieve manier mee om te gaan. Dat moet kunnen: iedere leraar heeft een professionaliseringsbudget en kan dat jaarlijks inzetten om zich te scholen.
Nog beter zou het zijn als scholen investeren in schoolbrede scholing en het hele team van onderwijspersoneel (en dus ook het ondersteunende personeel) zouden trainen om op positieve wijze met het dit veranderende gedrag om te gaan.
Ik ben benieuwd wat jouw ervaring is en in hoeverre jij het gevoel hebt dat je voldoende bagage hebt om met het gedrag in de klas/op school om te gaan!
Wil jij leren hoe je kunt stoppen met brandjes blussen? Hoe je positiever naar gedrag kunt kijken, zodat je het kunt inzetten om te werken aan de band met je leerlingen en het opbouwen van een veilig leerklimaat?
In de cursus Gedrag is geen dealbreaker deel ik al mijn tips en trucs, gedachten en ervaringen met je. Ik neem je mee in mijn visie op gedrag in de klas, leer je hoe je stopt met het veranderen van je leerlingen, maar richt op het veranderen van je eigen mindset.
Zo voel jij meer energie en zekerheid voor de klas en je zal merken dat ook je leerlingen uiteindelijk hun gedrag zullen aanpassen!
Bestel de Lerarenwaaier Omgaan met Gedrag als je deze tips direct in je lessen wilt meenemen!
Schrijf je hier in voor mijn wekelijkse e-mail met tips. Extra leuk: je ontvangt dan direct mijn gratis e-book vol tips voor startende leraren!