Als docent Nederlands werken ik met theorie die getoetst wordt tijdens toetsweken, maar ik werk ook graag met praktische opdrachten om dat wat we leren van de theorie in de praktijk te brengen en te oefenen. Het allerliefste laat ik leerlingen, na een theorieles of uitleg, zelf verder op onderzoek uitgaan. Ik oefen (zakelijke) e-mails met mijn leerlingen en laat ze aan de hand van een rubric elkaars werk nakijken. Of ze overtuigende teksten, waarbij ze hun standpunten met argumenten moeten onderbouwen, maar zelf nog eens goed moeten uitzoeken hoe zo’n argumentatiestructuur in elkaar zit. Het allerbelangrijkste vind ik het om die opdrachten aan te laten sluiten op de wereld waar mijn leerlingen in leven en bij zaken waar zij interesse in hebben. Daarom gebruik ik materialen, websites en gebeurtenissen die nu in trek zijn of een hot topic zijn. En dat zorgt er ook regelmatig voor dat ik (veel!) van mijn leerlingen leer. Een van de toffe dingen van het onderwijs: je leert zelf ook iedere dag weer.
Vandaag gingen we aan de slag met het maken van een verkiezingsposter. Morgen wordt er weer gestemd, waardoor het nieuws vol staat van politiek. En in de opdracht verwerkte ik een aantal zaken die wij in de theorie al geleerd hadden. Denk daarbij aan het verkondigen van je standpunt en het verdedigen van dit standpunt met argumenten. Maar ook verwerkte ik de rijmende uitdrukkingen die we vorige week behandelden en de metafoor die ook al eens aan de orde kwam in de opdracht. Zo kunnen leerlingen direct zien hoe dat wat ze leren ook in de praktijk tot uiting kan komen.
Leerlingen bezochten de websites van de verschillende politieke partijen om te zien welke punten zij belangrijk vonden om te noemen in hun eigen werk. Ook moesten ze een naam bedenken voor hun, fictieve, politieke partij. Ze mochten aan de slag door op papier de poster te maken, maar ze mochten dit ook op de computer doen. Met een Chromebook voor iedere leerling is dit ook een haalbare zaak natuurlijk.
Nadat ik mijn uitleg had gegeven gingen leerlingen aan de slag. Ik had verwacht dat ik ze flink op weg zou moeten helpen en sommige leerlingen ook echt aan het werk moest zetten, maar niets was minder waar. Ze pikten de opdracht op en waren enthousiast. Ik liep door de klas, gaf antwoord op wat vragen, dacht mee, ging af en toe in discussie en zorgde soms voor een kritische noot.
Al snel zag ik doordachte namen ontstaan voor de fictieve politieke partijen van leerlingen. In de opdracht stond dat ze die naam duidelijk op de poster moesten vermelden en zo moesten kiezen dat er niet te veel vraagtekens bij gesteld konden worden bij de betekenis van de naam. Vanuit het vak Nederlands: helder communiceren en nadenken over hoe jouw boodschap op een ander over kan komen. De leerlingen gingen in de weer met logo’s voor hun politieke partij. En terwijl ik rondliep zag ik het: ook mijn leerlingen gebruikten AI. Machtig interessant vond ik het! Ze gaven het programma een opdracht: maak een logo voor een politieke partij met deze naam, deze standpunten, die links/recht/midden is. En bam! Daar knalden verschillende logo’s de computer uit. In geuren en kleuren konden de leerlingen vertellen hoe dit werkte en wat ze er nog meer mee deden. Ik nam alles aandachtig op en kreeg mailtjes met linkjes naar programma’s en uitleg.
Een enkeling maakte ook de (overtuigende) tekst met een dergelijk programma, maar anderen kozen bewust voor het zelf schrijven van de standpunten en argumenten. Ik heb even getwijfeld of ik het gebruik van AI in deze teksten moest verbieden, maar heb gekozen om dit niet te doen. Ik vind het belangrijk dat ze meegaan met de nieuwste middelen, maar vooral was het mijn bedoeling om aan te sluiten bij hun belevingswereld en om ze zelf dingen uit te laten zoeken. Het is voor mij wel een teken om hier in het vervolg ook rekening mee te houden. Duidelijk iets om te verwerken in je didactiek.
De leerlingen kwamen een heel eind met de opdracht. Er rolden al flink wat mooie posters over de schermen. Ze hebben nog even de tijd om het eindresultaat in te leveren, maar ik heb heel veel zin om die opdrachten na te gaan kijken!
Wil jij graag als zij-instromer het onderwijs in? Weet je niet waar je moet beginnen en of het überhaupt de juiste keuze is voor jou? Ik schreef het boek ‘Opeens weet je het… Je wordt leraar!’. Een praktische leidraad voor zij-instromers en andere starters. Ik vertel je waarom je wel/niet het onderwijs in zou moeten gaan, welke vooroordelen kloppen en welke niet (en waarom), ik vertel je welke mogelijkheden er zijn binnen de verschillende sectoren in het onderwijs en ik geef je alvast een heleboel tips voor tijdens je studie en de eerste jaren voor de klas. Ik vertel je alles zo eerlijk en praktisch mogelijk, met voorbeelden uit mijn eigen praktijk en uit de praktijk van andere zij-instromers.
Je bestelt mijn boek hier!