Regelmatig verschijnt er een artikel in de krant over het lerarentekort. Het gaat dan of over hoeveel leraren we tekort komen of over hoeveel mensen zich hebben aangemeld voor een lerarenopleiding. Het lerarentekort is een groot probleem. Ik merk dat als leraar, als onderwijskundige en ook als moeder. Zieke leraren worden niet vervangen, niet als ze een dagje ziek zijn, maar ook niet als ze weken ziek zijn. En dat is geen onwil: er zijn gewoon geen mensen om ze te vervangen!
Einde tussenjaar
Het is precies de reden waarom ik mijn tussenjaar onderbroken heb. Na een pittige periode waarin het op werkgebied ontzettend druk was en op privégebied ronduit heftig, wilde ik even wat rust inbouwen. Verder werken aan Docentenleven.nl en aan de Docentenleven Academie, onderzoeken wat ik precies met mijn nieuwe verworven titel (onderwijskundige) kon doen. Ik had immers niet voor niks jaren gezwoegd op dat masterpapiertje. Maar toen vier weken na de start van het schooljaar bleek dat mijn eigen zoon nog altijd geen les Nederlands had gevolgd, wist ik dat ik toch moest overwegen om zelf weer voor de klas te gaan. Gelukkig vind ik lesgeven een van de leukste dingen om te doen en voelt het voor mij eigenlijk niet als werken (de rompslomp eromheen daarentegen… maar dat is een ander verhaal). Om een lang verhaal kort te maken: ik informeerde bij de directie van mijn oude school en binnen twee weken stond ik voor de klas. Ja, ik geef nu mijn eigen zoon les. Nee, dat is niet ideaal. Maar… er is gewoon geen andere oplossing nu!
Werven, werven, werven
Lange tijd werd gedacht dat, als we nu maar gewoon zoveel mogelijk mensen werven om de opleiding te volgen, we uiteindelijk van het lerarentekort af zouden komen. En dat werven doen we overal en in verschillende branches. Alleen werven op middelbare scholen is allang niet meer voldoende en dus richten we ons op zij-instromers: mensen die graag de overstap willen maken vanuit een andere branche. En dat lijkt te werken. Veel mensen zijn wel geïnteresseerd in een nieuwe uitdaging en het onderwijs is interessant, omdat het in veel gevallen een stuk maatschappelijker is/voelt dan hun huidige baan. Er is van alles uit de kast gehaald om mensen te overtuigen van de overstap: gunstigere arbeidsvoorwaarden, premies om het gat tussen bedrijfsleven en het salaris van een leraar te overbruggen (wat overigens niet dekkend is!), verkorte opleidingen in allerlei vormen, voorrang op een huis (in bepaalde regio’s ) etc. etc. Het wordt mensen zo makkelijk mogelijk gemaakt om de overstap te maken.
Het is wel een vak…
Maar… leraar is een vak. En in sommige gevallen een pittig vak! En de rooskleurige beelden uit de wervingscampagnes laten dit niet of niet voldoende zien. En uiteraard begrijp ik dat wel, want je wilt mensen juist aantrekken en niet afstoten. Aan de andere kant, uiteindelijk wil je de juiste mensen aantrekken. Mensen die ook in het onderwijs willen werken als dit betekent dat ze hard moeten werken om leerlingen iets te leren en om ze gemotiveerd te krijgen en te houden. Te vaak hoor ik van mensen dat ze (vroegtijdig) gestopt zijn (met hun opleiding), omdat het werk ze enorm tegenviel. Ze hadden, bij nader inzien, geen idee waar ze aan begonnen. Ze hadden een idealistisch plaatje voor ogen: ze zouden iets bijdragen aan de maatschappij, misschien wel een verandering in gang kunnen zetten. En hoewel ik van mening ben dat je dat als leraar altijd, zij het op microniveau, doet is het niet zo dat je aan het einde van de dag in bed stapt met de gedachte dat je nu eens flink de wereld verbeterd hebt. Sterker nog, het gebeurt meer dan eens dat je had gewild dat je meer kon betekenen. Maakt dat het werk minder dankbaar? Wat mij betreft niet. Maar het is ook niet zo dat je dagelijks op handen wordt gedragen. Ouders kunnen het je flink moeilijk maken, leerlingen zitten niet altijd even gemotiveerd in de klas, besturen nemen soms beslissingen waar jij niets van snapt en ga zo maar door. Het is uiteindelijk ook gewoon werk.
Ervaring telt mee, maar is niet altijd voldoende
Hoewel ervaring zeker mee moet tellen in het omscholingstraject, zijn er ook onderdelen van het vak die je echt moet leren tijdens de opleiding (maar liever nog in de praktijk). Het is net als met autorijden, als je je diploma hebt moet je meters maken om ervaring op te doen met allerlei situaties waar je in verzeild kunt raken. Vallen en opstaan hoort bij de ontwikkeling van leraren. Iedere ervaring draagt bij aan het (nog) beter worden. En de een heeft het leraarschap van nature wat meer in de vingers, heeft van nature al overwicht of van nature al een klik met de doelgroep. Anderen moeten hier meer tijd in steken. Die groei moet je kunnen doormaken tijdens je eerste jaren in het werkveld. Minimaal drie jaar zouden startende leraren (en zij-instromers) wat mij betreft begeleiding moeten ontvangen, waarbij ze de gelegenheid krijgen om te groeien en fouten te maken. Hierbij zou aan de start van het traject vooral sturend moeten worden opgetreden en dit zou (al vrij snel) naar een begeleidingsvorm op basis van leervragen van de starter moeten overgaan. De startende leraar krijgt zo voldoende ruimte om te groeien en zelfverzekerd voor de klas te staan. Helaas blijkt in de praktijk dat deze begeleiding niet of onvoldoende aanwezig is en startende leraren in het diepe worden gegooid.
Maatwerk waar mogelijk
Lerarenopleiding zijn in mijn ogen nog niet voldoende met de verschuiving van de doelgroep meegegaan. Steeds meer studenten hebben al (veel, soms wel 20 jaar) ervaring op de arbeidsmarkt. Dat heeft ze gevormd en het betekent ook dat ze veel kennis meenemen de schoolbanken in. Er zou eigenlijk meer maatwerk mogelijk moeten zijn om te onderzoeken of deze ervaring kan worden ingezet en aangevuld met nog ontbrekende kennis. Want laat een ding duidelijk zijn: er moet, wat mij betreft, niet worden getornd aan de kwaliteit en het niveau van de opleiding. Sterker nog, die zou op zich nog wel iets omhoog mogen.
Ervaren leraren
En dan nog dit. Het verminderen van het lerarentekort lijkt dus sterk afhankelijk van zij-instromers. Maar er zijn op dit moment ook ontzettend veel zeer ervaren leraren die overwegen om te stoppen of al gestopt zijn. Redenen hiervoor zijn uiteenlopend: werkdruk, geen aansluiting meer voelen met de doelgroep, veranderingen in het onderwijs niet kunnen bijhouden en ja: soms ook simpelweg het geld. Hoeveel we ook werven, als we de uitstroom niet onder controle houden is het dweilen met de kraan open. En behalve aandacht voor de nieuwe aanwas moeten we ook aandacht besteden aan die groep ervaren leraren die vastloopt. Deze groep moeten we serieus nemen, luisteren en ondersteuning bieden die nodig is. Dat kan in de vorm van cursussen volgen, coaching, begeleiding of… wie vult het in?