Sinds dit jaar werken wij in de sectie Nederlands met een rubric voor de opdrachten van ons leesdossier. Nog niet alle opdrachten hebben een rubric, maar het idee is dat er aan het einde van het jaar een database is aangelegd met daarin alleen maar dergelijke opdrachten.
Wat is een rubric en waar gebruik je het voor
Een rubric is een hulpmiddel bij het ontwerpen van opdrachten en vooral bij het nakijken van opdrachten. Het bestaat (in de meeste gevallen) uit een tabel met in de linker kolom de kenmerken waaraan een opdracht moet voldoen. In de bovenste rij staan de punten vermeld die een leerling kan krijgen voor het uitvoeren van het kenmerk. Als je alle maximaal te behalen punten per kenmerk bij elkaar optelt, krijg je het totaal aantal punten dat voor een opdracht behaald kan worden.
De kenmerken die in de rubric staan komen een-op-een overeen met de kenmerken die in de opdracht staan. Wanneer je een (schrijf)opdracht nakijkt kunnen deze kenmerken soms niet aanwezig zijn of slechts een beetje aanwezig zijn of ze zijn compleet en goed aanwezig. Omdat dit lastig nakijken is en iedere docent net even anders naar een dergelijke opdracht kijkt, kun je de rubric gebruiken als hulpmiddel bij het nakijken.
Hoe ziet een rubric eruit
De kenmerken in de linker kolom worden in de tabel verder uitgewerkt. Is het kenmerk niet aanwezig? Dan krijgt een leerling nul punten. Is het wel aanwezig, maar voldoet het niet helemaal aan de gestelde eisen? Dan krijgt de leerling een deel van de punten, te weten… (zelf invullen). Is het kenmerk aanwezig en voldoet het aan alle eisen die gesteld zijn? Dan krijgt de leerling voor dit kenmerk het maximaal aantal punten.
Als iedere docent bij dergelijk (schrijf)opdrachten de rubric gebruikt om na te kijken, dan is de kans groter dat iedere docent ook (nagenoeg) op dezelfde manier nakijkt en dat leerlingen uit alle klassen dezelfde beoordeling krijgen voor de opdracht.
Maar er is meer
Want een rubric kun je natuurlijk gebruiken om het nakijken te standaardiseren, maar je kunt het ook gebruiken om formatief in te zetten.
Om te beginnen kun je de rubric meegeven als je de opdracht uitdeelt. Sommige mensen denken dan dat het wel heel makkelijk is om een goed cijfer te halen (en in feite is dat ook zo), maar de vraag is of het hier om gaat. Met een rubric in handen weet een leerling nog veel beter wat er van hem verwacht wordt (succescriteria) om een voldoende te halen. Hij weet hoeveel punten hij kan verdienen voor zijn opdracht. En na het maken van de opdracht kan hij controleren of hij met de uitwerking op de goede weg zit door de rubric naast zijn gemaakte opdracht te leggen. Zo krijgt een leerling inzicht in zijn eigen leerproces.
Peer feedback
Een rubric kan ook worden ingezet als middel om onderling feedback te geven. Door een opdracht te laten maken en deze na afloop te laten nakijken door leerlingen zelf (opdracht ruilen met buurman of buurvrouw). Zo leren leerlingen niet alleen om een ander op een fatsoenlijke manier te boordelen. Ze leren ook zelf inhoudelijk. Ze bekijken namelijk de lesstof met een andere bril. Ze denken na over de antwoorden die hun klasgenoot gaf en vergelijken dit met hun eigen antwoorden.
Vervolgens kun je de opdracht geven om in tweetallen of in groepjes gemaakte en nagekeken opdrachten te bespreken. Elkaar feedback te geven op hoe het een volgende keer nog beter kan. Leren om feedback te geven en te krijgen is zeer waardevol en ik vind dat met een rubric heel fijn werken.
Het maken van een rubric
Momenteel werken wij in de sectie aan het opzetten van een database die gevuld is met verschillende schrijf- en leesopdrachten die samen komen met een rubric. Dit is best een grote klus, want de rubric moet wel goed opgezet zijn en zo min mogelijk discussie opleveren.
Het is goed om te starten met het bedenken en maken van een opdracht en vervolgens te bepalen wat de kenmerken zijn waarop je wil gaan beoordelen. Vervolgens moet je bepalen hoeveel punten leerlingen maximaal per kenmerk kunnen verdienen. Dit kan per kenmerk verschillen. Bijvoorbeeld voor het noteren van de naam van een schrijver kun je maximaal een punt halen, namelijk nul als je die niet opschrijft en een als je die wel opschrijft. Maar voor het benoemen van vijf kenmerken van de hoofdpersoon kun je zeker vijf punten halen.
Vervolgens moet je bedenken in welke stappen je het kenmerk gaat verdelen. Nul is eigenlijk altijd het ontbreken van het kenmerk en het maximum aantal punten is bij een perfecte en complete uitvoering van het kenmerk. Maar als je maximaal vijf punten kan halen, dan kan een leerling ook een, twee, drie en vier punten halen. En wanneer heeft een leerling daar aan voldaan?
Je moet hierbij letten op een paar dingen:
- Het moet haalbaar zijn
Een leerling moet het kenmerk kunnen toepassen in de opdracht. - Het moet concreet zijn
Er moet geen discussie kunnen ontstaan over of iets wel of niet aanwezig is. - Het moet meetbaar zijn
Hoe meetbaarder, hoe concreter, hoe minder discussie er ontstaat. - Niet te grote kenmerken
Want grote kenmerken moet je ook verdelen in tussenstapjes en dan wordt het onoverzichtelijk. Verdeel een groot kenmerk het liefste in kleinere kenmerken die beter meetbaar zijn.
Dit klinkt logisch, maar wij ervaren dat dit nog best lastig is. Daarom is het belangrijk om je opdracht met rubric altijd even door iemand te laten lezen. Als de lezer vragen heeft bij de rubric, dan is er dus iets niet duidelijk of concreet genoeg.
In onze rubrics proberen we ook zaken als lay-out en taalverzorging (spelling) mee te nemen. Ook dit is nog een behoorlijke uitdaging.
Nog een laatste tip
Zorg ervoor dat je opdracht voldoende beoordelingskenmerken heeft en dat je de opdracht dus voldoende (maximale)punten kunt geven. Een opdracht met maximaal tien te behalen punten is minder sterk dan een opdracht waar je twintig of dertig punten kunt halen.
Op zoek naar een training voor jezelf of jouw team?
Heb je interesse in een door mij gegeven (online) training? Leuk! Op deze pagina vind je meer informatie. Wil je meer weten over werkvormen en hoe je die inzet in jouw lessen? Bekijk dan eens deze pagina.
Heb je interesse in een professionele samenwerking? Check dan mijn LinkedIn of stuur een mailtje via info@docentenleven.nl.
Wil je meer artikelen lezen en op de hoogte blijven? Dat kan! Via Facebook deel ik regelmatig tips en links die ik online tegenkom. Via Instagram geef ik je een inkijkje in mijn docentenleven, inclusief mijn studie en mijn gezinsleven.