Ik hou er van om verschillende werkvormen toe te passen tijdens mijn lessen. Maar tijdens werkvormen waarbij leerlingen in groepjes moeten werken, liep ik steeds tegen het probleem aan dat leerlingen dezelfde groepjes vormen en dus niet met andere leerlingen samenwerken. Ik vond dat een bezwaar. Ik vind namelijk dat leerlingen best mogen leren dat je soms ook met iemand moet samenwerken die je misschien iets minder leuk vindt. En ik wil ook dat ze leren hoe je daarmee omgaat. En, niet geheel onbelangrijk, dat ze leren dat dat misschien wel onverwacht goed kan werken!
Niet vanzelf
Ik werk met pubers en voor pubers is het nogal belangrijk met wie zij moeten samenwerken. Een klas is een groep, gevormd door een groepsvormingsproces. Binnen de grote groep worden weer kleinere groepjes gevormd en het is best lastig om deze mensen uit elkaar te halen. Ook al is het maar voor een opdracht tijdens een les. Elke keer als ik vroeg om groepjes te maken, kwamen dezelfde mensen bij elkaar.
Nu is het niet mijn doel om mensen uit elkaar te halen. Maar ik wil wel graag dat mijn leerlingen ervaren hoe het is als ze niet samenwerken met hun ‘eigen’ groepje. Ik wil dat ze ervaren dat het met iemand met wie ze normaal niet omgaan, wel heel goed kan klikken bij een samenwerking. Maar, dat gaat niet vanzelf. Ik heb wel eens geprobeerd om de leerlingen zelf groepjes samen te laten samenstellen waarbij ze expliciet niet bij hun vaste vriendengroep mochten zitten. Dat lukte, maar kostte wel heel veel tijd en ging gepaard met discussies. Dat moet sneller, beter, anders kunnen.
Waarom ik deze taak (soms) overneem
Eigenlijk ben ik heel erg voor zelfstandigheid van mijn leerlingen. Natuurlijk ben ik er om hen dingen te leren, maar ik verwacht van een havo 3 klas wel enige zelfstandigheid. Van een brugklas verwacht ik dat misschien nog iets minder. Of ik verwacht in ieder geval dat ik daar wat meer moet begeleiden. Gelukkig zijn veel van mijn leerlingen behoorlijk zelfstandig, maar als het aankomt op groepjes maken met andere mensen dan je beste vrienden, dan wordt het ineens heel moeilijk. Om niet teveel lestijd kwijt te zijn aan discussies maak ik daarom soms zelf de groepjes. Ik kies er dan dus heel bewust voor om deze strijd met pubers niet aan te gaan. Ik laat dit afhangen van het type klas (hoe is de sfeer in de klas) en bijvoorbeeld welke jaarlaag het is.
Zeker als het om vaklessen gaat, dus wanneer ik Nederlands geef en verder geen mentorklas heb, wil ik aan het maken van groepjes niet teveel tijd kwijt zijn. Ik wil dan snel aan de slag! Daarom zet ik graag digitale tools in om snel groepjes te maken.
Tips om snel (digitaal) groepjes te maken
Digitale tools zijn makkelijk om te gebruiken bij het maken van groepjes. Je typt de namen van de leerlingen in en geeft aan hoeveel groepjes je wil hebben. Vervolgens druk je op de knop en verschijnen de namen door elkaar gehusseld en in groepjes op je scherm. Er zijn meerdere websites waar je dit kunt laten doen. Kijk bijvoorbeeld eens hier:
Als het me echt gaat om werken in groepjes en zo min mogelijk lestijd verliezen, dan doe ik dit al voordat de les begint. Ik zorg dat ik de namen invul en alvast op de husselknop druk. Wanneer de leerlingen binnenkomen staan de random gevormde groepjes dan al op het bord. De tafels en stoelen staan al in groepsopstelling. De leerlingen hoeven alleen nog maar bij elkaar te gaan zitten. Grappig genoeg levert dit meestal de minste weerstand op. Druk ik de husselknop in tijdens de les, dan willen leerlingen nog wel eens in discussie gaan, omdat ze het niet eerlijk vinden.
Betekenisvol groepjes maken
Je kunt het maken van groepjes ook gebruiken om je klas beter te leren kennen en meer te leren over de onderlinge verhoudingen. Dit kun je doen door niet snel en random groepjes te maken, maar heel weloverwogen groepen samen te stellen. Daarvoor moet je je klas goed kennen of goed leren kennen. Je moet informatie hebben over de groep in zijn geheel en de natuurlijk de al bestaande (informeel) gevormde groepjes. Ook informatie over individuele groepjes is belangrijk. Dit overzicht krijg je door een sociogram op te stellen. Dit kun je eventueel noteren in een online tool. Bijvoorbeeld in sometics, maar tegenwoordig zijn hier veel regels aan verbonden in verband met de privacy. Zorg dat je daar goed van op de hoogte bent!
Je kunt ook de leerlingen zelf betrekken bij het maken van groepjes, door ze uit te dagen juist met iemand samen te werken waar ze normaal niet mee om zouden gaan. Of met iemand die totaal tegenovergestelde interesses heeft. Juist daar de uitdaging leggen. Het samenwerken zorgt ervoor dat je elkaar leert kennen en ongetwijfeld komen leerlingen er dan achter dat je, om samen te werken, helemaal niet perse gelijke interesses nodig hebt. Iemand die totaal anders is dan jij bent hoeft niet perse een vriend te zijn, maar kan wel een geweldige samenwerkingspartner zijn.
Zo maak je zelfs het vormen van een samenwerkingsgroepje betekenisvol. Ik kan me overigens voorstellen dat dit voor een vakdocent met een aantal lesuren per week misschien te veel werk is. Maar voor een mentor of een leerkracht in de bovenbouw van het basisonderwijs kan dit zeker werken.
Ben je enthousiast geworden over mijn lesideeën? Zou je ook graag praktische tips en ideeën krijgen, afgestemd op jouw persoonlijke situatie of de situatie van jouw team? Dat kan! Kijk daarvoor eens op deze pagina of bekijk de workshops!